Tandletsel
Als een tand afbreekt, los staat of uit de mond is, is er sprake van tandletsel. Ga direct met de beschadigde tand of het stukje tand naar de tandarts.
De tand is afgebroken. Wat nu?
Ga met de afgebroken tand direct naar de tandarts. Houd daarbij het tanddeel nat! De tandarts bekijkt of hij het afgebroken stuk kan terugplaatsen. Als terugplaatsing niet mogelijk is, herstelt de tandarts de tand met tandkleurig materiaal (composiet). Als er geen klachten zijn, doet de tandarts aan een afgebroken melktand doorgaans niets. Eventueel slijpt hij de scherpe rand van de tand glad, zodat uw kind de tong niet beschadigt.
De tand staat los. Wat nu?
Niet aankomen of terugduwen. Ga direct naar de tandarts.
Een volwassen tand is er uit. Wat nu?
Plaats de tand van een blijvend gebit terug in de mond. Hoe sneller u dat doet, hoe groter de kans op succes is. Handel als volgt:
- Zoek de tand snel op.
- Pak de tand bij de kroon vast.De kroon is het deel van de tand dat boven het tandvlees zichtbaar is. Vermijd contact met de wortel van de tand. Dat maakt de kans op een succesvolle terugplaatsing kleiner.
- Spoel de tand af met melk. Geen melk binnen bereik? Laat de patiënt de tand dan schoonlikken of -zuigen. Reinig de tand nóóit met water of reinigingsmiddelen en gebruik evenmin een borsteltje. Dat maakt de kans op een succesvolle terugplaatsing kleiner. Bovendien kan de tand door afspoelen onder de kraan in de afvoer verdwijnen.
- Is de tand schoon? Plaats hem dan terug.
- Houd vervolgens de tanden op elkaar met ertussen een papieren zakdoekje of een gaasje. Zo blijft de tand het beste op zijn plaats.
- Ga direct naar de tandarts. Die zal de teruggeplaatste tand controleren en vastzetten (spalken).
Let op: plaats een uitgevallen melktand nóóit terug. Daarmee kunt u de nieuwe blijvende tand beschadigen.